Rechtsgebieden

De focus van MERCATORIUS ligt op nationaal en vooral internationaal handels- en ondernemingsrecht, zowel op het gebied van advies als op het gebied van procesvoering. MERCATORIUS is een kanzleispreading groep van de praktijk, die kennis samenvat en ervoor zorgt dat bij elke nieuwe taak “van voren af aan” niet gedacht hoeft te worden. Onze bedrijfservaring en ons ondernemend denken zorgen ervoor dat klanten kansen kunnen waarnemen en risico’s kunnen beheersen. Onze proceservaring zorgt ervoor dat uw rechtspositie in conflictsituaties optimaal wordt gehandhaafd en verdedigd.

De eerste vraag die men zich moet stellen bij internationale rechtszaken met aanknopingspunten met twee of meerdere rechtsorden, is welk recht van toepassing is. Binnen de EU wordt dit voor contractuele vorderingen in de Rome I-verordening en voor buitencontractuele vorderingen in de Rome II-verordening geregeld. Buiten het toepassingsgebied van de bovengenoemde verordeningen bevindt het internationaal privaatrecht zich in het Duitse recht in de Einführungsgesetz zum BGB (EGBGB) [wet tot invoering van het Duits burgerlijk wetboek], in het Belgische recht bijvoorbeeld in het Wetboek van internationaal privaatrecht.

Het voorwerp van het internationaal burgerlijk procesrecht is de kwestie van de internationale bevoegdheid van nationale gerechten bij grensoverschrijdende rechtsgeschillen. Dit wordt binnen de EU geregeld in de Brussel Ibis-verordening, bij gevallen met aanknopingspunt met lidstaten van de EER in het Lugano II-verdrag. Deze regelingen laten toe de bevoegde rechtbanken voor een rechtsgeschil te bepalen en bieden oplossingen voor conflicten ingeval meerdere gerechten aangezocht werden om over hetzelfde geschil te oordelen. Ze regelen de reikwijdte en geoorloofdheid van forumbedingen. Tot slot bevatten ze de regels voor de grensoverschrijdende gedwongen tenuitvoerlegging.

Het VN-kooprecht (United Nations Convention on Contracts for the International Sale of Goods, CISG/Convention des Nations unies sur les contrats de vente internationale de marchandises, CVIM), ook het Weens Koopverdrag van 11 april 1980 genoemd, werd ondertussen op 16 januari 2020 al door 93 staten in de wereld geratificeerd, waaronder alle lidstaten van de EU met uitzondering van Portugal en Malta (evenals Groot-Brittannië). Ook China, Rusland en de Verenigde Staten, om er maar enkele op te noemen, hebben het VN-kooprecht geratificeerd. Het VN-kooprecht is van toepassing op grensoverschrijdende koopovereenkomsten betreffende roerende zaken voor commerciële doeleinden. Het is één van de belangrijkste regelgevende kaders, zo niet het belangrijkste, op het gebied van het internationaal recht. Wanneer het correct toegepast wordt, is het VN-kooprecht een zeer effectief instrument in de internationale handel. Op grond van onze praktijkervaring bij het instellen van commerciële vorderingen in het buitenland, raden we aan om koopovereenkomsten in overeenstemming met dit recht af te sluiten. Nadelen in vergelijking met het Duitse recht van het “BGB” [Duits burgerlijk wetboek] en het “HGB” [Duits wetboek van koophandel] kunnen gecompenseerd worden door een overeenkomst in een intelligente vorm te gieten, in het bijzonder door algemene handelsvoorwaarden voor grensoverschrijdende handel.

Onze kernactiviteit ligt in de vormgeving van algemene aankoop- en verkoopvoorwaarden. Op het gebied van de internationale handel geven wij de voorkeur aan het VN-kooprecht – aangepast aan de concrete noden van de cliënten – boven het reflexmatig teruggrijpen naar het niet-geüniformeerde recht van het eigen land. De aanzet hiertoe is het feit dat effectieve aansprakelijkheidsbeperkingen door algemene handelsvoorwaarden in het Duitse recht zo goed als onmogelijk zijn. Bovendien weten we op grond van onze dagelijkse ervaring bij het instellen van vorderingen of het verweer ertegen in grensoverschrijdende geschillen, dat het heel wat gemakkelijker is om voor een buitenlandse rechtbank een vordering in te stellen op basis van het VN-kooprecht dan volgens het Duitse recht. De focus ligt bij dit alles op een efficiënte veiligstelling van uw juridische positie en op het toegewezen krijgen van de vorderingen waar u recht op hebt.

Vele van onze jarenlange cliënten laten hun contracten systematisch vooraf nakijken. Het gaat hierbij vooral om de kwestie van een efficiënte aansprakelijkheidsbeperking. In sommige rechtsorden, bijvoorbeeld het Franse recht, bestaat er een onweerlegbaar vermoeden van de kennis van een gebrek, in het Belgische recht een weerlegbaar vermoeden. Vele aansprakelijkheidsbeperkingen die te goeder trouw onderhandeld werden, blijken zo dan later ongeldig te zijn. De kost van een nazicht van een contract vooraleer het afgesloten wordt, is heel wat kleiner dan de verdediging in rechte na het afsluiten van een suboptimaal contract.

Handelsvertegenwoordigers zijn een belangrijk instrument voor de marktaanwezigheid van een onderneming in het buitenland. Het handelsvertegenwoordigingsrecht in de EU is nationaal recht dat echter bij omzetting rechtsconform moet zijn met de handelsvertegenwoordigingsrichtlijn (richtlijn 86/653/EEG van 18 december 1986). De kennis van de verschillende vormgevingen van de respectieve nationale rechtsorden qua opzegtermijnen en uitwinningsaanspraken is dan ook onontbeerlijk.

Naast de handelsvertegenwoordiger is de concessiehouder het vaakst gekozen alternatief om marktaanwezigheid in het buitenland te bewerkstelligen. Het recht inzake concessiehouders is noch door het internationaal recht noch door de Europese wetgeving vastgelegd. Er zijn echter landen zoals België die, in tegenstelling tot Duitsland, specifieke en dwingende regels voor concessiehouders opleggen en die vooral een recht op uitwinning voorzien dat vergelijkbaar is met dat van een handelsvertegenwoordiger. Het Duitse recht kent in welbepaalde gevallen bij de concessiehouder een analogie met het handelsvertegenwoordigingsrecht. In het Franse distributierecht bestaat er een handelswetgeving die de contractuele vrijheid bij opzegging aanzienlijk beperkt. Wij zijn vertrouwd met het internationale recht inzake concessiehouders.

We beschikken over relevante ervaring bij de uitbouw en begeleiding van franchisesystemen en rechtstreekse distributie. Precies hier is het uiterst noodzakelijk om oog te hebben voor de verschillende rechtsorden, vooral wanneer het gaat om de precontractuele verplichtingen tot informatieverstrekking. De focus ligt echter net zozeer op de bescherming van de industriële eigendomsrechten als op de naleving van de regels van het kartelrecht op het gebied van concurrentieverboden en selectieve distributie. Tot slot moet men, wanneer men zich naar een vreemde rechtsorde richt, de aldaar dwingend toepasselijke consumentenvoorschriften naleven.

Zeer vaak zijn bedrijven in het buitenland aanwezig door middel van productie- of distributievennootschappen, deels ook via niet-zelfstandige filialen. We begeleiden u bij de opstart van buitenlandse vaste inrichtingen en de oprichting van persoons- of kapitaalsvennootschappen. Daarvoor beschikken we over een netwerk van fiscale adviseurs, notarissen en personeelsselectiekantoren voor de begeleiding van de buitenlandse activiteiten van onze cliënten. Op grond van de hervorming van het Belgische vennootschapsrecht in mei 2019 en de omzetting van de zogenaamde oprichtingstheorie is België een zeer interessante vestigingsplaats geworden voor internationaal opererende ondernemingen.

De eerste stap op de buitenlandse markt wordt vaak gezet via samenwerkingsverbanden en joint ventures, hetzij bij de distributie hetzij bij de research. Net hier is het onontbeerlijk om het toepasselijke recht contractueel vast te leggen, om eventuele bevoegde rechtbanken in geval van geschillen te bepalen en om kennis te hebben van de op Europees niveau vastgelegde kartelregels, vooral dan met het oog op de voorwaarden voor een efficiënte bescherming van handels- en bedrijfsgeheimen evenals voor een veiligstelling van concurrentieverboden.

Het grensoverschrijdende transportrecht wordt geregeld door de CMR (Convention relative au contrat de transport international de marchandises par route; Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg). Dit verdrag bevat in vergelijking met het nationale recht vele uitzonderingsregels waarop men moet letten. Belangrijk is ook de naleving van de Incoterms van de “International Chamber of Commerce (ICC)”, thans in de versie 2020.

In Duitsland en België kunnen we onze cliënten voor alle nationale rechtbanken en hoven vertegenwoordigen. In andere landen beschikken we over jarenlange contacten die een effectieve procesvertegenwoordiging van onze cliënten waarborgen. Op grond van de dubbele erkenning kunnen we onze processtrategie afstemmen op de belangen van onze cliënten en we houden daarbij rekening met de details van de procesvoering in de respectieve rechtsorden.

Er bestaan vele rechtsorden in de wereld die forumclausules ofwel niet aanvaarden ofwel de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen niet toestaan. In die gevallen is er geen alternatief voor de aanduiding van een scheidsgerecht. Wij treden regelmatig op voor scheidsgerechten zoals bv. het Deutsche Institution für Schiedsgerichtsbarkeit (DIS), de International Chamber of Commerce (ICC), het Centre belge d’arbitrage et de médiation (Cepani), het Nederlandse Arbitrage Instituut (NAI) of de Zwitserse Chambers‘ Arbitration Institution. We zijn vertrouwd met de arbitragereglementen van de voornaamste scheidsrechterlijke instellingen en kennen de arbitrageregels van de nationale wetboeken van burgerlijke rechtsvordering die voor onze activiteit bepalend zijn evenals het Verdrag van New York over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken van 10 juni 1958.

Vele van onze advocaten zijn economische bemiddelaars; ze hebben een opleiding genoten en zijn werkzaam op het gebied van International Collaborative Law (Cooperative Praxis). Buitengerechtelijke geschillenbeslechting prijkt bij ons dan ook op een ereplaats. Wanneer u lang aanslepende en dure rechtsgedingen wenst te vermijden, staan we graag te uwer beschikking. Meester Imfeld is voorzitter van het “Center for International Collaborative Law/Centre International de Droit Collaboratif” met zetel te Luik. Bij internationale feiten is Cooperative Praxis de procedure die onze voorkeur geniet.

Contact

Guido ImfeldRechtsanwalt/Avocat/Advocaat.